De toename van naaktrecreatie voor het jaar 2000

Wat veroorzaakte de grote vlucht van naturisme en naaktrecreatie in de jaren ’80? Kwam dat door het idealisme van de groeiende groep naturisten? Het ging in die jaren ineens heel snel. Ik woonde in Nijmegen en daar hadden we de Bisonbaai. Daar was een textielgedeelte, een gemengd gedeelte en een naaktgedeelte. In de loop van een paar jaar

 

werd het textiel sterk terug gedrongen. Bloot leek al bijna de norm te zijn. Nog maar een paar jaar daarvoor hield je je mond erover als je naturist was, maar nu waren er steeds meer mensen in je omgeving die ook naar het naaktstrand gingen en in de hete zomer van 1986 leek het al heel gewoon. Weliswaar nog steeds een minderheid, maar er werd wel open over gesproken, jongeren spraken met elkaar af bij de Bisonbaai. Op de textielstranden waren veel meisjes en vrouwen topless. Het leek een kwestie van tijd voordat iedereen bloot zou zijn. Hoeveel tijd zou het nog kosten? Het jaar 2000 leek toen nog ver weg. Ik verwachtte dat tegen die tijd niemand meer een zwembroek zou aantrekken. Het ideaal zou bereikt zijn en het naturisme zou dan wellicht niet meer bestaan, omdat in feite iedereen naturist was. Of het zou nog bestaan, omdat het naturisme gezien werd als meer dan alleen maar bloot zijn. (In die tijd werden er veel discussies gevoerd over de inhoud van het naturisme.) In dat jaar, 1986, schreef ik een stukje met deze strekking.

“Haalt het naturisme het jaar 2000?”

De vraag ‘Wat is een naturist?’ is tegenwoordig niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Je kunt eerst nog uitgebreid gaan betogen dat een zwembroek onzin is maar dat weet bijna iedereen al. De naaktrecreatie neemt ieder jaar toe, al doet nog niet iedereen daaraan mee. Maar wat nou het verschil is tussen een naturist en een nudist, is toch wel lastig uit te leggen. Het woord ‘naturisme’ schijnt aan te geven, dat het meer inhoudt of in ieder geval anders is dan nudisme of naaktrecreatie. Ik vraag me echter af waarom we onszelf, net als de Amerikanen, niet gewoon ‘nudisten’ noemen.

Toen ik in 1966 – ik was toen vier – voor het eerst op het terrein van Lichtbond Gelre kwam, was dat met enige geheimzinnigheid omgeven. Je mocht er niet over praten met buren, familie of vrienden, want die zouden het allemaal nogal gek vinden. Als iemand zou vragen waar we zondag geweest waren, dan moest je zeggen: “Naar kennissen van papa.” Het naturisme had toen een sfeer van samenzweerders, een samenzwering tegen de onbegrijpende buitenwereld.
Naturisme was meer dan alleen naaktlopen. Naturisten waren mensen met aandacht voor de natuur, die bijvoorbeeld niet hun rotzooi achterlieten. Als iemand een radio aan had, dan stond die altijd zo zacht dat de buren (en de vogeltjes ook) er niets kan konden horen; terwijl het op textielcampings nog wel eens voorkwam, dat het lawaai je tegemoet tetterde. Naturistenterreinen waren in vergelijking met textielcampings rustiger, mooier en meer in een natuurlijke staat.
In 1973 werd het eerste officiële naaktstrand in Nederland geopend. Hierna werd ons land steeds bloter en het samenzweringssfeertje verdween langzamerhand. Hoe meer naaktrecreatie er buiten de verenigingen kwam, hoe minder een naturist zich onderscheidde van de buitenwereld. En toen kwamen de discussies over ‘bloot + 1’ en dergelijke.

Onze doelstelling is: het bevorderen van naturisme (of misschien wel gewoon het bevorderen van naaktrecreatie). Dit past geheel in de stijl van het naturisme als reactie op een onnatuurlijke, of onnatuurlijk geklede, samenleving.
Zijn we nu niet zover dat onze doelstelling bijna vervuld is? Waarom heffen we het naturisme dan niet gewoon op?
We zouden ons als naturisten natuurlijk kunnen gaan inzetten voor natuurbehoud (Herintegratie van de natuur en de natuurlijkheid in het menselijk leven?) maar als je dat wilt, kun je beter je steun geven aan instanties di dat al jaren doen, zoals het Wereld Natuur Fonds en Greenpeace. Het naturisme heeft gewoon nauwelijks inhoud meer. De natuurlijkheid van het naturisme was en is het accepteren van de natuurlijkheid van het naakte lichaam. Welnu: het zal niet zolang meer duren, of niemand gaat meer gekleed zwemmen. Waarin onderscheidt een naturist zich dan nog van een niet-naturist? Ik kan niet anders concluderen dan wat ik in de volgende paradoxale stelling verwoord: ‘Het naturisme sterft uit door het verdwijnen van de zwembroek.’

Op dat stuk kwam een leuke reactie in de vorm van een tegenartikel in het tijdschrift van de naturistenjongeren. De schrijfster vermeldde onder andere “Elke keer als ik iemand vertel dat ik naturiste ben valt er een lange pijnlijke stilte” en ze besloot met “De conclusie (‘Het naturisme sterft uit door het verdwijnen van de zwembroek’) lijkt mij voorlopig een mooie, maar utopische, droom waar naturisten naar uit kunnen kijken maar die in het jaar 2000 nog niet bereikt zal zijn.”

Zij had gelijk. Toch was ik niet de enige die zo optimistisch was. Als je zag hoe snel de ontwikkelingen sinds de jaren ’60 waren gegaan en je trok die lijn door… In een folder van Zon en Leven (Z&L), naar aanleiding van het 70-jarig bestaan dit jaar, lees ik: ‘Hoe zien de heren bestuurders de toekomst van Z&L tegemoet? Theo Dopper: “In de jaren tachtig dacht ik dat het naturisme zichzelf overbodig zou maken, omdat het vrije denken in opmars was. Maar toen sloeg de preutsheid weer toe. […]” ‘ Het is alsof ik hier mijn eigen gedachten teruglees.

Inderdaad lijken we terug te gaan in de tijd. In 1993 zocht ik het naaktstrand aan de Maarsseveense Plassen. Fietsend over het pad zag ik in de verte blote mensen een ijsje kopen. Daar was het! Toen liep men bloot het pad op, tegenwoordig trekken mensen een broek aan, als ze twee passen op het openbare pad zetten. Een paar jaar geleden toen mijn hond er een keer vandoor ging en ik er tien meter achteraan rende, werd dat “bizar” gevonden door een voorbijganger. En dat terwijl je vanaf het openbare pad de mensen op het naaktstrand kunt zien liggen. In 1986 werd naaktrecreatie bij wet geregeld, dat was toen het resultaat van een jarenlange vooruitgang. Nu worden er rechtszaken gevoerd, bijvoorbeeld rond naaktstrand Delftse Hout, waarin naaktrecreanten in het defensief worden gedrongen.

Hoe komt het nou dat we terug lijken te gaan in onze vrijheid? En wat was er fout aan mijn prognose over de toekomst? De uitkomst ten aanzien van mijn prognose toont aan dat je niet altijd bestaande trends kunt doortrekken. Een stijging nu betekent niet een stijging voor altijd. Het tweede punt is, dat mijn prognose ook gebaseerd was op het idealisme dat we toen hadden. Het ligt voor de hand dat idealisme bergen verzet. Dat mag dan voor de hand liggen, maar zoals ik in Ideeënwereld al stelde, zijn voor de hand liggende ideeën niet per se juist. Het aantal naturisten is zeker niet kleiner dan toen, toch zien we sinds eind jaren ’90 een teruggang in de maatschappelijke acceptatie. Dat kan dus niet liggen aan de voorvechters, die zijn er genoeg. Kennelijk vertoont de maatschappij een eigen dynamiek, met golfbewegingen, waarop je zelfs met een grote groep gelijkgestemden niet zoveel invloed hebt.

5 gedachten over “De toename van naaktrecreatie voor het jaar 2000

  1. Onderschat niet de invloed van de sinds de zestiger jaren binnengekomen moslims en de neiging van nogal wat ‘gematigde’ mensen om het zoveel mogelijk mensen naar de zin te maken. Wat in dit geval leidde tot toegeeflijkheid aan bezwaren ertegen. D66 rechters te over.

    Geliked door 1 persoon

    • Daar ben ik het volledig met je mee eens P van Lenth. de instroom van moslims wat nog steeds jaar op jaar toeneemt baart mij zorgen. Zij dringen ons hun eigen achterlijke middeleeuwse islamitische opvattingen op en owee, ga je daar niet op in vallen ze in hun slachtofferrol en wordt je meteen voor racist uitgemaakt.

      Geliked door 1 persoon

  2. Waar is inderdaad alleen het topless zonnen al gebleven? Ik raak daar niet opgewonden van of zoiets dergelijks maar vind het erg mooi om te zien.

    Vooral je laatste zin triggerde me, dat je met grote groepen gelijkgestemden weinig invloed hebt. Alles lijkt tegenwoordig om kleine groeperingen te gaan. Bij een referendum waarbij miljoenen mensen een bepaalde opvatting uiten als het om het Oekraïneverdrag gaat – ten goede of ten kwade in dit voorbeeld en de volgende voorbeelden buiten beschouwing latende – dan lapt men dat in Den Haag compleet aan de laars.

    Naar kleine organisaties van hooguit een handje vol mensen – zoals die van de zwarte pieten discussie, slechts een aantal mensen die naar de gemeente bellen in verband met geluidsoverlast van bijvoorbeeld een festival, etc., etc. (want ik kan nog veel meer voorbeelden noemen) – wordt uiterst serieus geluisterd en vooral ook uiterst serieus gehandeld. Democratie lijkt tegenwoordig louter en alleen te gaan over wat kleine groeperingen vinden. Als ze maar hard genoeg roepen, de media opzoeken, enzovoorts.

    Wellicht ligt de oplossing voor meer vrijheid – inclusief minder tot geen textiel – in juist mínder voorvechters die harder roepen, de media inschakelen, enzovoorts. Die in de voetsporen treden van de werkwijze van andere kleine groeperingen die veel hebben bereikt. Even wachten totdat het stof van de boerkini-discussie is gedaald lijkt me verstandig 😉

    P.S. Nudist versus naturist. Daar is zóveel over gezegd en geschreven: daar is volgens mij niet uit te komen. De één wil slechts geheel door de zon gebruind zijn, de ander loopt ook thuis bloot, de volgende houdt er een leefwijze op na inclusief vegetarisme en dergelijke. Ik vat het altijd als volgt samen.

    Vrijheid, blijheid!

    Geliked door 1 persoon

  3. Ik was de genoemde folder van Zon en Leven kwijt, maar nu heb ik hem teruggevonden! Wat ik uit het hoofd schreef, kan ik nu vervangen door een citaat.

    De volgende tekst

    “Zij had gelijk. Toch was ik niet de enige die zo optimistisch was. Als je zag hoe snel de ontwikkelingen sinds de jaren ’60 waren gegaan en je trok die lijn door… In een folder van Zon en Leven (Z&L), naar aanleiding van het 70-jarig bestaan dit jaar, lees ik: ‘Hoe zien de heren bestuurders de toekomst van Z&L tegemoet? Theo Dopper: “In de jaren tachtig dacht ik dat het naturisme zichzelf overbodig zou maken, omdat het vrije denken in opmars was. Maar toen sloeg de preutsheid weer toe. […]” ‘ Het is alsof ik hier mijn eigen gedachten teruglees.”

    vervangt de tekst

    “Zij had gelijk. Toch was ik waarschijnlijk niet de enige die zo optimistisch was. Als je zag hoe snel de ontwikkelingen sinds de jaren ’60 waren gegaan en je trok die lijn door… In een folder van Zon en Leven, naar aanleiding van het 70-jarig bestaan dit jaar, lees ik ook dat het optimisme in de jaren ’80 groot was en dat “de verpreutsing” in de jaren ’90 nogal onverwacht kwam.”

    Like

Plaats een reactie