Het woord ‘allochtoon’ is afgeschaft. Jammer, ik zou het woord liever herdefiniëren. Ik vond het een handig woord, misschien juist wel omdat we het zelf kunnen definiëren. Bestaande woorden hebben al een betekenis. Zo wordt het woord ‘buitenlander’ gebruikt voor …
… drie groepen: mensen buiten Nederland, voor toeristen uit het buitenland en voor mensen die wel in Nederland wonen maar geen Nederlander zijn. Het woord ‘gastarbeider’ betekent dat iemand geen Nederlander is, wel arbeider in Nederland is en misschien betekent het ook wel dat zijn verblijf hier tijdelijk is. In ieder geval is de vrouw van een gastarbeider zelf geen gastarbeider, dus vanaf het moment dat gastarbeiders hun vrouwen naar Nederland haalden, waren er buitenlanders in Nederland die hier wel woonden maar niet werkten. Het woord ‘allochtoon’ werd in 1989 ingevoerd als een neutraal begrip, om de woorden buitenlander of etnische minderheid te vermijden. Waarom het woord ‘buitenlander’ niet voldoet, is mij duidelijk, maar waarom ‘etnische minderheid’ vermeden moet worden? Men had en heeft behoefte aan een aanduiding voor een groep die speciale aandacht nodig heeft. Vandaar dat de aanduiding ‘niet-westerse allochtonen’ gebruikt werd. Westerse allochtonen zijn namelijk allochtonen waaraan je eigenlijk niet merkt dat ze allochtoon zijn. En Indonesiërs en Japanners worden niet tot de allochtonen gerekend, kennelijk omdat zij geen problemen geven. Toen bleek dat de kinderen van allochtonen, die volgens de definitie zelf geen allochtoon zijn, veel problemen veroorzaakten, was het begrip ‘tweede-generatieallochtoon’ geboren.
En juist nu de problemen rond allochtonen de pan uit rijzen, wil men het woord afschaffen. Het lijkt een trend te zijn om dingen te gaan verbergen, zodra de problemen al te zeer in het zicht gaan lopen. Bijvoorbeeld de door het CBS gebruikte definitie van gewelds- en seksuele delicten, die zo rond 2002 volgens de officiële cijfers een hoogtepunt bereikten. “[…] in het jaar 2005 is besloten de definitie van gewelds- en seksuele delicten aan te passen. Voor die tijd hoorden daar ook beroving en afpersen bij. Maar sinds 2005 worden ze geteld bij de vermogensdelicten. In ruil daarvoor hoort ‘schennis der eerbaarheid’ er nu bij, […] die relatief weinig vinkjes kent. […] [Om te vergelijken moet je beroving en afpersing er weer bij optellen.] Dat maakt voor de trend geen verschil, maar wél voor de absolute cijfers: die vallen (nog) hoger uit.” (de Volkskrant, zaterdag 28-09-2013, katern Vonk, artikel “Bang voor het geboefte” door Peter Wierenga.) Of de jaarlijkse AD-misdaadmeter bijvoorbeeld, waarin sinds de beruchte nieuwjaarsnacht in Keulen in 2016 de zedendelicten niet meer vermeld worden. Over Opsporing Verzocht wordt geklaagd dat er teveel Marokkanen in beeld komen. In Zweden geeft de politie bij opsporingsberichten geen huidskleur meer op. En nu is dan de ‘allochtoon’ gesneuveld. Geert Wilders zei daarover: “Je kunt ze wel kabouters gaan noemen, maar de problemen blijven hetzelfde.”
Het liefst zou je natuurlijk alle mogelijk relevante informatie registreren om er beleid op te kunnen voeren. Het oplossen van problemen begint bij het benoemen en daarna het afbakenen ervan. Als ‘allochtoon’ als begrip te weinig precies is, kun je het als samenvattend begrip nog steeds blijven gebruiken. Er zijn problemen met allochtonen, niet met allemaal, maar je kunt wel globaal aangeven met welke groepen dan wel. Een allochtoon is een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren, volgens de laatst-gebruikte definitie van het CBS. Mensen die de problemen rond vluchtelingen bagatelliseren, vinden het altijd leuk om aan te geven dat de leden van ons Koninklijk Huis volgens de definitie ook allochtoon zijn. Leuk, maar de problemen zitten vooral in de groepen die niet integreren, de gesloten groepen dus. Groepen integreren pas echt als er getrouwd wordt met mensen van buiten de groep. Daarom stel ik een nieuwe definitie van allochtoon voor, die tal van methodologische problemen oplost. Zoals de vraag of een derde-generatieallochtoon wel of niet als allochtoon beschouwd moet worden.
Je bent allochtoon als je permanent in Nederland woont (dus niet expat) en voldoet aan één van de volgende twee criteria:
1. je hebt niet de Nederlandse nationaliteit, of
2. je beide ouders zijn allochtoon.
Een immigrant blijft dus altijd allochtoon. Of zijn kinderen ook allochtoon zijn, hangt af van de andere ouder. De crux zit hem in de laatste voorwaarde “beide ouders zijn allochtoon.” Die voorwaarde maakt het tot een recursieve definitie. Twee allochtone ouders krijgen volgens deze definitie een allochtoon kind, en dat kan generaties lang doorgaan. In de praktijk gaat dat ook generaties lang door. De Marokkanen met Nederlandse nationaliteit blijven Marokkanen. Iemand met vier allochtone grootouders is volgens deze definitie zelf ook een allochtoon. Je ziet dat kinderen van immigranten, die volgens mijn definitie geen allochtoon zijn, over het algemeen geen problemen veroorzaken qua criminaliteit en straatterreur. Met deze definitie ben je ook af van de vragen rond tweede-generatie- en derde-generatie-allochtonen. Methodologisch lijkt me dit een handige definitie. Kunnen we dan nu over gaan tot het oplossen van de problemen zelf?
Je laatste zin ‘Kunnen we dan nu over gaan tot het oplossen van de problemen zelf?’ zijn ze al jarenlang mee bezig door de problemen zelf niet meer te benoemen alsof ze niet bestaan.
LikeGeliked door 1 persoon