#NotMe. Beleving door een man

Ze was een leuke vrolijke meid, ik vroeg haar mee uit eten. Het was gezellig, maar er was niet meer. Misschien komt dat later nog, hoopte ik. Na afloop namen we buiten voor het restaurant afscheid, ik kuste haar vriendschappelijk op beide wangen en we gingen onze eigen weg. We waren begin twintig. Het was midden jaren ’80 en we

 

studeerden allebei psychologie. Zij had stickers op haar tas met de tekst: “Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee.” We hadden al bij een eerdere gelegenheid uitgebreid kennis gemaakt. Zij kwam toen bij mij op bezoek, we aten samen, praatten en lachten. Na die kussen voor het restaurant was de relatie bekoeld. Ik begreep niet waarom en dus, na enige schroom, vroeg ik haar daarnaar. Het was bij een toevallige ontmoeting in de kantine. Ik zei dat het toch zo’n gezellige avond was geweest. Dat vond zij ook. Na enig heen en weer gepraat kwam het hoge woord er uit. Ze pakte mij bij mijn schouders, trok mij met een kort rukje naar zich toe en zei: “Jij deed dit.”
Was ik toch nog te hard van stapel gelopen? Was ik weer eens te opdringerig geweest? Ik voelde me schuldig. Zij had de avond in het restaurant ook heel gezellig gevonden, maar dat moment had de avond voor haar verpest. Stampvoetend en in zichzelf vloekend had ze door de stad gelopen.

Het gevaar om te opdringerig te zijn lag altijd op de loer. Liefde moest vanzelf groeien. Eerst de geestelijke liefde, daarna volgt spontaan de seks. Zo hield ik mijn intenties vaak verborgen als ik een meisje leuk vond. Ik kreeg het idee dat versieren verkeerd was. Het moest vanzelf gaan. Ik heb zelfs een keer iemand excuses aangeboden dat ik geprobeerd had haar te versieren. Het was in die jaren dat er voor het eerst aandacht kwam voor “ongewenste intimiteiten”. Veel verhalen kwamen er boven. Wisten we niet dat ieder meisje vanaf haar vijftiende vanaf bouwsteigers werd nagefloten? Ieder meisje had wel eens last gehad van ongewenste aandacht. Docenten die naar borsten zaten te staren. Enzovoort, enzovoort, ook verkrachtingen of bijna-verkrachtingen. Een meisje vertelde over een ongewenste seksuele ervaring, ze riep nog “Nee, nee”, maar het was al gebeurd. Ze noemde het geen verkrachting, want ze was verliefd op die jongen, maar het was op dat moment tegen haar wil. Met de nadruk op dit soort verhalen en sentimenten waren de jaren ’80 een terugslag van de jaren ’70, toen de seksuele moraal zo vrij was. In de politiek werd gediscussieerd over de minimumleeftijd voor strafbaarstelling van seks van een oudere met een jongere. Al met al vond ik het een kille tijd, voor mijn gevoel werd dat ook weerspiegeld in de popmuziek van de jaren ’80.
Met de eenzijdige nadruk op vrouwonvriendelijkheid werd de mannelijke seksualiteit verdacht gemaakt. Meiden wilden dat mannen meer hun gevoelens zouden tonen, maar als je zou zeggen: “Die zou ik wel eens willen pakken,” dan was dat weer vrouwonvriendelijk. Terwijl dat juist een uiting van je gevoel is. “Daar zou ik wel eens een beschuitje mee willen eten. Dat klinkt toch veel leuker?” Aldus een vrouw. Ja, in vrouwenoren klinkt dat leuker. In mannenoren niet. Zo werd de vrouwelijke beleving de norm. Je ziet deze houding ook terug in ‘Vijftig tinten grijs’, de naar vrouwelijke maatstaven gemeten nogal expliciete trilogie van E. L. James in 2011/2012. Hij wil seks, zij wil warmte en aandacht. Uiteindelijk krijgen ze allebei wat ze willen, toch is daarbij de boodschap dat hij aan het begin van het verhaal op het verkeerde spoor zat, hij wilde alleen seks en geen relatie. Zij wilde eerst en vooral een relatie, zij won.
In het televisieprogramma Utopia, waarin vijftien mensen min of meer afgesloten van de buitenwereld moeten leven, was laatst een gesprek waarin een jongen bekende het moeilijk te hebben met het gemis van seks. Dit werd door de meiden als vanzelfsprekend geaccepteerd. Hoe anders zou zo’n gesprek tussen jongeren in de jaren ’80 zijn verlopen. Toen zou er vast en zeker iemand deze nood als belachelijk hebben afgedaan. Mannen en vrouwen waren immers gelijk. En als je nu met vrouwen praat die rond 1960 geboren zijn, dan lijkt alles er op dat ze dat idee van gelijkheid nog steeds niet hebben losgelaten. Hun ideeën worden nog steeds bepaald door de politieke correctheid van de jaren ’70 en ’80, terwijl ze dagelijks om zich heen kunnen zien dat dat idee niet klopt. Volgens mij is het zo dat de meeste vrouwen (niet allemaal) pas behoefte aan seks krijgen, als ze iemand hebben om het mee te doen. Mannen hebben altijd behoefte aan seks, ook als er niemand voorhanden is. En met behoefte bedoel ik niet zin hebben, want zin hebben is iets anders dan een behoefte, je kunt zin in iets hebben zonder dat je er echt behoefte aan hebt. Het is natuurlijk fout om vanuit bepaalde idealistische gedachten de mannelijke beleving te negeren of te veroordelen, maar dat was wel wat er gebeurde.

In de normale sociale omgang respecteer je iemands grenzen altijd, maar dan moet je die grenzen natuurlijk wel kennen. Sommige grenzen ken je omdat die bepaald zijn door onze cultuur, of soms door de subcultuur waarin je zit. En sommige grenzen ken je omdat je iemand goed kent. Maar er zijn ook grenzen die je niet kent. Een arm om iemand heen slaan is heel gevoelsmatig, van de een kun je het misschien wel hebben, van de ander niet. Onbekende grenzen zijn er op allerlei gebied, niet alleen gerelateerd aan intimiteiten. Sommige mensen hebben er bijvoorbeeld een hekel aan om ongevraagd advies te krijgen, anderen kan dat niets schelen. Ieder mens heeft daarom de taak om zijn eigen grenzen aan te geven. Het maakt daarbij niet uit of de ander, de overschrijder, een gelijke is of hiërarchisch boven je geplaatst is; je moet het altijd aangeven als iemand over je grenzen heen gaat. In eerste instantie kan dat vriendelijk zonder beschuldigingen. In het geval van ongewenst advies bijvoorbeeld, kun je gewoon (tegen je baas) zeggen: “Dat wil ik graag zelf bepalen.” Je moet die reactie zo snel mogelijk geven, dus niet pas na een maand. Maar al te vaak gebeurt het dat mensen hun grenzen niet aangeven, maar zich daarover wel beklagen bij hun vrienden of vriendinnen. Vaak met het idee: dat is toch logisch? Nee, dat is het nou juist niet. Iemand anders kan niet weten waar jouw grenzen liggen, die zul je zelf moeten aangeven. Zodra het gebeurt, geef je vriendelijk aan waar je grens ligt.

Over de dame aan het begin van dit stukje heb ik verder niet veel meer nagedacht. Het was pas vele jaren later dat ik me ineens realiseerde dat het probleem niet bij mij lag, maar bij haar. Ik kon niet weten dat ik haar grens over ging. Vervelend voor haar, maar het is niet bepaald netjes om iemand die een beetje onhandig doet, een schuldgevoel aan te praten. #NotMe

Strip Sigmund

de Volkskrant in 2000

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s