Een dictatuur is het tegenovergestelde van een democratie. Een democratie wordt gekenmerkt door vrijheid van meningsuiting, rechtmatig politie-optreden, een onafhankelijke rechtspraak, onafhankelijke media en vrije verkiezingen. In een dictatuur is er geen vrijheid van meningsuiting, heerst er willekeur in het optreden van politie, is justitie afhankelijk van de machthebbers, worden de media gemanipuleerd en zijn oppositiepartijen verboden. Hoe is het in Nederland gesteld met de vrijheid van meningsuiting?
Als je in Nederland zegt dat je op Wilders stemt, dan kun je je verdere carrière wel vergeten. Aanhangers van Pegida verliezen vrienden en worden door familieleden geweerd. De vrijheid van meningsuiting is door de sociale druk afgeschaft. Ik sprak iemand die op Facebook door een paar mensen ontvriend was, vanwege haar, in nette taal gedane, uitlatingen over het vluchtelingenprobleem. Een andere mening vind men prima, zolang het niet in de buurt van Wilders of Pegida komt, want dan ben je een racist. Het blijkt onmogelijk te zijn om hierover met je tegenstanders in discussie te gaan. Het wordt bijna meteen emotioneel en zodra emoties de toon gaan bepalen, wordt er naar argumenten niet meer geluisterd. De mensen die over de ontwikkelingen van immigratie of moslims hun bedenkingen geven, zeggen er bij dat ze niet voor Wilders zijn. Het wordt belangrijk gezien, als een soort racismetest, dat je niet voor Wilders bent. “Ik ben helemaal niet voor Wilders, maar …” en wat ze dan zeggen is ongeveer hetzelfde als wat Wilders zegt. Die sociale druk is zo hoog, dat sommigen zelfs in hun familie hun mening voor zich houden. Familieleden die zich van je afkeren als je voor Pegida bent, dat betekent dat op miraculeuze manier de familie ingeschakeld is om de heersende mening te bewaken. Dat zijn praktijken die we kennen van de Stasi in de DDR.
Natuurlijk zijn er mensen die zich er niets van aantrekken. Maar die betalen daarvoor de prijs van sociale uitsluiting. En soms een steen door een ruit waarop een PVV-poster hing. Het zijn vaak mensen die in omstandigheden verkeren waarin ze het zich kunnen veroorloven om zich er niets van aan te trekken. Iedere beslissing die je neemt, is een afweging van belangen. Het is een belang om je politieke opvatting uit te dragen, als een reclame en om anderen te overtuigen of een beetje jouw kant op te trekken. Het is ook een belang om te kunnen zeggen wat je vindt, want het voelt vervelend om je te moeten inhouden. Aan de andere kant staan ook belangen, bijvoorbeeld je baan. Je kunt niet ontslagen worden, omdat je baas jouw mening niet aanstaat, maar je ligt wel uit de groep als je “de verkeerde mening” hebt en dat werkt tegen je. Als je dan een keer een probleem krijgt, dan wordt het tegen je gebruikt. Bij sollicitaties zul je niet ver komen, als bekend wordt dat je met de ideeën van Wilders sympathiseert. En je kunt geen bedrijf vinden, waar jouw mening de heersende mening is. Het zijn namelijk vooral de beter gesitueerden die de ernstige gevolgen van immigratie ontkennen. Dus al vind je op de werkvloer gelijkgestemden, de kans dat je baas jouw mening accepteert, is vrijwel nihil. En bovendien heeft hij ook weer een baas, waar hij rekening mee zal houden.
Een collega van mij sprak haar ergernissen uit over een andere collega. Aanvankelijk leken ze elkaar te vinden in hun afkeer van islam en hoofddoekjes, maar tegenover moslima’s op het werk leek collega 2 het tegenovergestelde te zeggen. Die ergernissen liepen zo hoog op dat er gesprekken met personeelszaken aan te pas kwamen. “[Collega 1] voert op Facebook een haatcampagne tegen asielzoekers,” stond er in het verslag te lezen. Deze zin lijkt mij niet bepaald relevant voor het conflict. Het geeft aan hoe amateuristisch de organisatie hiermee omgaat en het geeft aan hoe voorzichtig je moet zijn. Een cultuur waarin je voorzichtig moet zijn met wat je zegt, is een dictatuur. Het verslag spreekt verder van discriminatie. Dat is onzin! Een persoonlijke mening kan nooit discriminatie zijn. Discriminatie is het anders behandelen van mensen op grond van (een paar wettelijk vastgelegde) verkeerde criteria, maar mijn collega is helemaal niet in de positie om mensen te kunnen achterstellen. Zij heeft geen leidinggevende functie en zij werkt zelfstandig. Complete onzin dus. Alleen het hebben van een mening over een bevolkingsgroep wordt door de organisatie als discriminatie bestempeld. Onderstaand (geanonimiseerd) fragment komt uit haar werkelijk bestaande personeelsdossier.
“[De chef] vraagt aan [collega] hoe het komt dat ze zo fel is worden tegen over buitenlanders. Hij kan de haat in haar ogen zien als [collega] over mensen met een buitenlandse afkomst heeft.
[Collega] geeft aan dat ze een keer toen ze van de Albert Hein naar huis fietste is gevolgd door een Syriër en dat die geen goede bedoelingen met haar had. Deze man had haar al in de supermarkt gevolgd en daarna volgde hij haar ook op de fiets. Ze is heel hard weg gereden door allerlei straatjes om de man zo “kwijt” te raken.
Ook heeft [collega] een flatbewoner die van Syrische afkomst begroet. Deze man keek haar denigrerend aan met een blik in zijn ogen waar ze het lef vandaan haalde om hem te begroeten, omdat ze maar een vrouw is. Als [collega] de vluchtelingen problematiek bekijkt op TV maakt ze zich zorgen over onze veiligheid.
We hebben [collega] geadviseerd om, als ze zich niet veilig voelt in haar flat, dit bij haar woningbouwvereniging aan te geven en eventueel een ander huis te zoeken.
Ook hebben we aangegeven dat we snappen dat ze zich niet veilig voelt vanwege de gebeurtenissen die haar zijn overkomen, maar dat ze dit met hulp van eventueel een psychiater of psycholoog kan leren te relativeren.
[Naam van de organisatie] wil geen klacht meer krijgen over [collega] dat zij discrimineert. [De chef] benadrukt nogmaals dat [collega] haar baan toch niet op het spel wil zetten na [x] jaar dienst verband vanwege discriminatie?
[Collega] geeft aan dat ze bovenstaande als roddels ziet en dat ze hier weinig aan kan doen en dat zij de gebeten hond is als haar naam weer onjuist wordt genoemd.
[De chef] geeft hierbij nogmaals aan dat de klachten van diverse mensen komen en niet van 1 persoon en dat ze als ze slim is haar ideeën over mensen niet meer verteld op het werk.
Een ontevreden houding na dit gesprek wordt niet geaccepteerd, naar aanleiding van dit gesprek!”
Het amateurisme druipt eraf. Taalfouten, bijna teveel om te tellen, een advies om met behulp van een psycholoog haar gevoel van onveiligheid te relativeren, een advies om te verhuizen, een onterechte beschuldiging van discriminatie en een verbod om “haar ideeën over mensen” op het werk te vertellen. Want alleen al het vertellen van “haar ideeën over mensen” is discriminatie. Mensen met een sociaal geaccepteerde mening mogen wel kwaad en bezorgd zijn en die mogen hun tegenstanders voor racist uitmaken. Mensen die de nadelen ondervinden van de massa-immigratie mogen niet kwaad of bezorgd zijn (“een ontevreden houding wordt niet geaccepteerd”) en zij mogen hun tegenstanders alleen beleefd te woord staan. Het is om uit je vel te springen, maar je kunt er niets tegen doen. Het is dictatuur.
Pingback: De dictatuur. Wie is de dictator? | Jan's Filosofie