De evolutie van het leven op aarde strekt zich uit over vele miljoenen jaren. Om dat aanschouwelijk te maken, stel ik me een tijdlijn voor waarop ééntiende millimeter staat voor 10.000 jaar. Dat zou je kunnen beschouwen als één stap. De mensen van 10.000 jaar geleden waren genetisch vrijwel identiek aan ons, als je een baby van toen hierheen zou kunnen halen en hier opvoeden, zou niemand het verschil merken. Het oplossend vermogen van onze ogen is ééntiende millimeter. Kleinere dingen kunnen we niet zien, als twee punten dichter dan ééntiende millimeter bij elkaar staan, zien wij ze als één punt. Daarom vond ik het mooi om ééntiende millimeter gelijk te stellen aan 10.000 jaar, het kleinste verschil dat we kunnen zien correspondeert dan met de kleinste stap in de evolutie. Het maakt de evolutie aanschouwelijk.
Nog geen ééntiende millimeter voor nu ontstond de eerste landbouw. De landbouw is voor een deel het gevolg van een toevallige mutatie in graan. Die mutatie zorgde ervoor dat de rijpe graankorrels niet uitvielen, maar vast bleven zitten in de aar. Dat maakte het oogsten mogelijk. Graankorrels die op de grond vallen als ze rijp zijn, zijn niet of moeilijk terug te vinden en dus niet te oogsten. Mensen ontdekten de mogelijkheid om granen te verbouwen en dat was zonder deze mutatie niet mogelijk geweest.
Eéntiende millimeter voor nu vond men de kunst van het vuur maken uit. Ook de oudste geschriften stammen uit die tijd. Het waren intelligente mensen. Onze voorouder de Cro Magnon-mens leefde 0,3 mm voor nu. De Neanderthalers stierven 0,35 mm voor nu uit. Als je bedenkt dat de Neanderthalers geleefd hebben gedurende een tijdperk van 2 mm, dan zijn ze eigenlijk nog maar kort geleden verdwenen. In die tijd waren er dus meer dan één mensensoort. 5 mm voor nu trok de mens Europa binnen, Azië werd al eerder bevolkt door mensen, 1 cm voor nu. Daarvoor kwamen mensen alleen voor in Afrika.
Hoe oud de mensheid is, daarover verschillen de meningen. Sommigen houden het op 200.000 jaar, dat is dus 2 mm op mijn tijdschaal. Als je rekent vanaf de Homo erectus, dan bestaat de mensheid 1,7 cm (1,7 miljoen jaar, dat is 170 maal 10.000 jaar). De Australopithecus was de eerste aap die op twee benen liep, 2 cm voor nu.
De mens verloor zijn vacht, vermoedelijk doordat dit op de steppen waar hij leefde een voordeel was om zijn warmte snel kwijt te raken. Hij werd intelligenter (sapiens) dan zijn voorouders en ging op twee poten lopen, vermoedelijk omdat dit zijn overlevingskansen bij het jagen op de steppen vergrootte. Zo’n 7 cm voor nu scheidden onze voorouders zich af van de andere apen, doordat ze in verschillende gebieden leefden. Onze voorouders leefden op de steppen, onze naaste verwanten in het dierenrijk leefden in de bomen. Zonder die steppen zouden deze veranderingen (naakte huid, intelligentie, rechtop lopen) niet hebben plaatsgevonden. Ons onstaan is daarmee nauw verbonden met gras. Zo’n 8 cm voor nu ontstond het gras in de evolutie. Gras bleek in staat te zijn alles te overwoekeren en zelfs bosbranden te overleven. Op bepaalde breedtegraden kreeg gras de overhand en ontstonden de steppen, voor die tijd waren daar nog oerwouden.
De evolutie van de zoogdieren maakte een enorme groei door gedurende de laatste 65 cm. Er was ruimte voor nieuw leven en de zon kwam door na een periode van enkele jaren waarin zoveel stof en roet in de atmosfeer was dat het zonlicht nauwelijks kon doordringen en het het hele jaar door vroor. Oorzaak was het neerkomen van een reusachtige meteoriet. Driekwart van het leven op aarde stierf uit, waaronder de meeste dinosauriërs. De periode daarvoor was het warmer op aarde dan tegenwoordig en dat is de oorzaak waardoor de grootste dieren zoveel groter waren dan de grootste dieren van tegenwoordig. Zelfs op de zuidpool was toen oerwoud. Gedurende een periode van zo’n 100 cm heersten de dinosauriërs over de aarde. De tijd vanaf hun uitsterven tot nu is dus korter dan het tijdperk dat ze de aarde bevolkten.
Er zijn tot nu toe vijf momenten van massaal uitsterven bekend, het grootste vond 251 cm voor nu plaats bij de Perm/Trias-overgang. 95% van alle in zee levende soorten en ongeveer 70% van de gewervelde landdieren stierf uit bij. Het is de enige massa-extinctie waarbij ook de insecten op grote schaal uitstierven: zo’n eenderde van alle insectensoorten verdween.
De omstandigheden op aarde zijn niet altijd hetzelfde geweest, ik noemde al de hogere temperatuur in het dinosauriërtijdperk. 275 cm voor nu was het zuurstofgehalte in de atmosfeer veel hoger dan nu (31% tegenover 21% tegenwoordig). Het grootste insekt dat ooit geleefde heeft, Meganeuropsis Americana, had een spanwijdte van ongeveer 70 cm. Insekten ademen door tracheeën en dat is een systeem dat alleen voor heel kleine dieren kan werken. Toen het zuurstofgehalte hoger was, konden de insekten groter zijn dan tegenwoordig. In die tijd was het oercontinent Pangea nog één geheel.
Van ongeveer 3 tot 3,5 m duurde het Carboon. Er waren geen seizoenen en door de warmte van de aarde zelf was het klimaat aan de polen ongeveer hetzelfde als aan de evenaar. De atmosfeer bevatte veel kooldioxide en de zon gaf nog niet zoveel licht als tegenwoordig, er groeiden veel planten die tegenwoordig alleen nog in de schaduw voorkomen.
485 cm voor nu vond de Cambrische explosie plaats, een plotselinge opkomst van vele soorten. Ongeveer de helft van alle bekende groepen leven zijn toen ontstaan. Toch ligt het begin van het leven nog heel wat verder, ongeveer op 37 m. De oudste gesteenten op aarde dateren van 40 m voor nu en het ontstaan van de aarde ligt op bijna 46 meter.
Als je die enorme tijdspannen afbeeldt op een schaal van 0,1 mm = 10.000 jaar, dan wordt de evolutie aanschouwelijk. Je ziet dat het leven vanaf de Cambrische explosie tot nu slechts 10,6% van de geschiedenis van de aarde beslaat.
Bronnen:
Top 10 of biggest animals, National Geographic (documentaire), 2015.
Walking with dinosaurs, BBC (documentaire), 1994.
TV-documentaire met Australische biologe Julia Robertson.
Zwaarden, paarden en ziektekiemen [De ongelijkheid in de wereld verklaard], Jared Diamond, 2000.
De Wereld vóór de schepping van den mensch, Camille Flammarion (boek), 1886.
nl.wikipedia.org
Pingback: Achteruit schrijven | Jan's Filosofie