Waarom ben ik niet religieus?

Mijn bezwaren tegen religie zijn tweeledig: rationeel en emotioneel.

Allereerst heb ik rationele bezwaren, ik vind het bestaan van een god een naïef idee. In mijn studietijd heb ik hier veel over gediscussiëerd. Ik verwachtte dat je elkaar met argumenten zou kunnen overtuigen, dus dat als je maar lang genoeg praat één van beide partijen om zou gaan en je het met elkaar eens zou worden. We hebben in een groep een jaar lang gepraat en het verbaasde mij dat dat nooit gebeurde. De gelovigen bleven met tegenargumenten komen. Dit wordt heel mooi verwoord in het verhaal van de onzichtbare tuinman (John Wisdom, 1944). Hierin wordt eigenlijk een psychologisch proces beschreven, waarin de gelovige steeds weer argumenten verzint om te kunnen blijven geloven. Ik begrijp dat niet. Ik zou me nog voor kunnen stellen dat het goed voelt om een geloof te hebben, maar hoe kan dat zo ver gaan dat je niet meer rationeel bent? Dan houd je jezelf toch voor de gek? Ik geloof niet in een god omdat ik mezelf niet voor de gek kan houden. Ook al zou je kunnen bewijzen dat een mens zich beter voelt wanneer hij gelooft, dan zou ik het nog niet kunnen. Gewoon omdat het niet klopt. Overigens bestaan er zowel onder atheïsten als onder gelovigen mensen die over deze dingen nadenken en mensen die dat niet doen. De mensen met wie ik discussiëerde behoorden duidelijk tot de groep die er over nadenkt. Ik kan me voorstellen dat je in God gelooft als je opgroeit in een omgeving waarin nooit iets anders verteld wordt, maar het wordt al moeilijker als je weet dat er ook mensen bestaan die dat niet geloven. En als je dan geen behoefte hebt om erover na te denken, dan begrijp ik dat ook nog. Maar er over nadenken en de foute conclusie trekken, dat vind ik moeilijk te begrijpen. En denk niet dat ik hun argumenten niet ken. Ik weet inmiddels genoeg van de Bijbel om me in een discussie als gelovig Christen voor te doen, ik denk dat ik niet door de mand zou vallen. In de genoemde discussiegroep hebben we ook de onzichtbare tuinman besproken. Ze begrepen het argument, maar konden niet geloven dat er helemaal niets is.

Het tweede deel van mijn bezwaren is gevoelsmatig. Ik vind religies benauwend met hun geboden en verboden. Waarom moeten bepaalde dingen gedaan worden als ze geen praktisch nut hebben? Iedere religie heeft rituelen waaraan de gelovigen zich niet kunnen onttrekken. Daar heb ik helemaal geen zin in. Gelovigen zullen ongetwijfeld zeggen dat ze het vrijwillig doen en dat je er graag aan mee zou doen als je het geloof gevonden heb, maar ik zie het als verplichting. En waarom moeten bepaalde dingen verboden zijn? Ik maak liever zelf uit wat ik wel of niet doe. Dingen die bij wet verboden zijn, zijn over het algemeen dingen waarmee je anderen schade berokkend. In de loop van de tijd wordt de wet dan ook aangepast aan nieuwe inzichten of omstandigheden. Bij religieuze verboden ligt dat anders, die zijn bedoeld om je leven “goed” te leiden, waarbij “goed” niet ter discussie gesteld kan worden. Die heiligheid van het niet ter discussie kunnen stellen staat mij tegen. Dat heet taboe. Ik wil mijn gevoel volgen, niet bepaalde regels die door anderen gemaakt zijn. In de omgang met Christenen voel ik dat beperkende sfeertje ook. Ik kan het heel gezellig met ze hebben, maar ik heb toch altijd een beetje het gevoel dat ik op mijn woorden moet letten. Bij ieder grapje dat ik maak, moet ik inschatten of het niet te ver gaat. In niet-religieuze gezelschappen heb ik toch meer het idee dat ik mezelf kan zijn, dat ik kan zeggen wat ik wil. Een verschijnsel dat ook in deze categorie thuis hoort is het wegbliepen van scheldwoorden en schuttingtaal in (vooral Amerikaanse) televisieprogramma’s. Irritant is dat! Het argument voor dat wegbliepen is dat sommige mensen het vervelend vinden om die woorden te horen (en die mensen zijn natuurlijk vooral gelovigen), maar ik vind het vervelend om steeds die blieps te horen in plaats van wat er gezegd wordt. Waarom moet er met hun meer rekening gehouden worden dan met mij? Beperkend, benauwend, vervelend.

8 gedachten over “Waarom ben ik niet religieus?

  1. Ik verzin geen argumenten om te geloven. Geloven is voor mij verre van rationeel; het is een gevoel. Daar denk ik nooit over na. Een religie hang ik niet aan; daar heb ik ook moeite mee. Dat staat voor mij ver van welk geloof dan ook af. Maar dat is heel persoonlijk. En dat is geloven ook: heel persoonlijk.

    Like

  2. Ik kom hier eigenlijk via de link over de val van de Berlijnse muur, en las nog wat verder.
    In zijn boek ‘Mere Christianity’ heeft C.S. Lewis het over de ‘Law of Nature’. Op de een of andere manier kan de mensheid niet onder het idee uit dat er goed of fout/kwaad bestaat. Wat blijkt uit het feit dat men er elkaar voortdurend op aanspreekt. En het schijnt toch iets anders te zijn dan ‘instinct’, want naast instinctieve gedachten zoals ‘ik moet helpen’ (hulpvaardigheid), of ‘ik moet in deze situatie oppassen’ (zelfbescherming), dient zich meestal ook een andere gedachte aan die geen basis-instinct kan zijn, zoals ‘ik behoor toch te helpen’.
    Hij schrijft verder dat deze gedachten verklaren vanuit de genoten opvoeding/onderwijs een misvatting is. Want hoewel sommige dingen die we opdoen in onze opvoeding/onderwijs slechts menselijke uitvindingen/afspraken zijn, leren we ook werkelijke waarheden, waaronder bijvoorbeeld de wiskundige. Er zijn morele ideeen die beter zijn dan andere, ware dat niet zo, dan was er geen reden om de ene samenleving te verkiezen boven de andere. De vraag dringt zich dan op, wie of wat dan bepaalt welke van de twee sets moraliteit de betere is. En met die vraag blijf je zitten wanneer er geen hogere macht is die de oorsprong van de ultieme of reele moraliteit is.

    Like

  3. Om te beginnen moet je geloof beter definiëren. Is geloven lid zijn van een kerkgenootschap en deel uit maken van etnische groepering die zich van andere onderscheidt door een gezamenlijk aanhangen van een leefwijze met rituelen en gebruiken en die al dan niet gericht is op de verering van een godheid?
    Of is geloof een overtuiging omtrent de wereld en de daar heersende normen en waarden, die niet op de ratio maar op een persoonlijke keuze is gebaseerd?
    Dat zijn verschillende vormen van geloof al kunnen ze natuurlijk wel samen gaan. Maar als ik het goed zie lopen ze in deze discussie door elkaar heen. Ik zelf ben niet gelovig.
    Ik ben voor de oorlog geboren en opgegroeid in Limburg toen dat nog >99% rooms katholiek was. Ik ben ongelovig vanaf mijn achtste, d.w.z. vanaf een leeftijd dat ik me er van bewust werd dat het niet noodzakelijk waar was wat iedereen om me heen beweerde. Ik werd daarbij geholpen door het feit dat mijn moeder ongelovig was, al heeft die mij en mijn broers en zusters wel laten dopen en naar katholieke scholen gestuurd en al had ze het met ons nooit over het geloof. Ik was dus gelovig in de eerste betekenis van dat woord en ben daarmee gestopt toen ik van Limburg naar Amsterdam verhuisde en het niet meer hoefde. Maar gelovig in de tweede betekenis ben ik eigenlijk nooit geweest, maar dat wist ik pas toen ik er over na begon te denken.
    Dat andere mensen wel geloven vind ik overigens prima. Je kunt daar steun in vinden en voor arme mensen is het vaak de enige bron van esthetiek en luxe in hun leven. Dat geldt dan met name voor het RK geloof en minder voor het protestantisme. Dat is aan de andere kant historisch gezien voor veel mensen de enige vorm van intellectuele activiteit geweest die ze zich konden permitteren.
    Waar en niet waar, in de zin van wel of niet in overeenstemming met de feiten is een kwalificatie die niet op geloof van toepassing is. In een wetenschappelijk wereldbeeld past een geloof niet. Descartes zag dat heel scherp en verkondigde – om zich tegen de toen nog dodelijke beschuldigingen van atheïsme te beschermen – zijn twee werkelijkheden theorie. Twee waarheden die naast elkaar bestonden en elkaar niet beten, maar serieus kun je die theorie niet nemen.
    Spinoza heeft in zijn Ethica laten zien hoe een vorm van geloof met de wetenschap in overeenstemming te brengen zou zijn, maar dat is wel een erg uitgeklede vorm van geloof, die weer niet die steun en bevrediging geeft waar mensen zich zo aan kunnen hechten.
    Ik meen dat je mensen hun geloof moet laten als ze daarvoor gekozen hebben en discussies tussen gelovigen en ongelovigen hebben nog nooit wat opgeleverd.

    Like

  4. Pingback: Geloof heeft meer aspecten. | Blog van Toon Kasdorp

  5. In de tuin van een studentenhuis liep ik dagelijks mijn rondje. Met plezier ontdekte ik in elk seizoen tuinplanten van de eerste bewoners tussen het welig groeiende en bloeiende onkruid.
    De hele tuin was voor mij een aards paradijs.
    Alleen de Engelen ontbraken daar.
    Ook ik heb daar nooit een tuinman ontmoet.
    Op dat moment volgde ikzelf een hoveniersopleiding …..
    De natuur waardeer en respecteer ik.
    Een Schepper ken ik niet.

    Vriendelijke groet,

    Like

  6. Het is wel te begrijpen dat gelovigen het houvast, de steun en de troost die hun geloof hen biedt niet snel overboord zullen zetten. Immers, ze raken daarmee hun zekerheden kwijt. Er moet een alternatief tegenover staan: iets dat hen een nieuw houvast en steun biedt.
    Daarnaast worden ze in hun geloof gesterkt door miljoenen mensen die dezelfde overtuiging hebben. Dat maakt het loslaten van hun geloof, ook op basis van argumenten, extra moeilijk.

    Ik heb een hele website gewijd aan geloof, overtuiging en godsdiensten, èn ik biedt ook een alternatief aan: ‘een nieuw begrip: god(?)’. Het zou dubbel op zijn – en wellicht te veel ruimte innemen – om hier het hele verhaal te herhalen. Daarom verwijs ik naar de website: god-question-mark.com. Wellicht is Jan Stemerdink zo vriendelijk om een link naar deze website te plaatsen?

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s